9 februari 2011

Ken je dat?

Zo iemand, waarvan je bij één aanblik al weak in the knees wordt? Je wordt kotsmisselijk als je in dezelfde ruimte met hem bent en niet omdat je hem niet mag of hij er niet uitziet. Nee, juist dat niet.

Alles aan hem vind je namelijk leuk. Dingen die je bij een ander niet eens op zouden vallen of die je zelfs walgelijk zou vinden. Bij hem is dat natuurlijk allemaal geen probleem. Waarom weet je zelf ook niet, maar dat is nou juist het hele spannender eraan. Chemie, he?

Misschien zou je op straat niet eens naar hem omkijken, want echt opvallend is ie niet. Van buiten. Maar, je hebt hem horen praten (drie zinnen). Je hebt hem in de ogen gekeken (heel vluchtig. stiekem ook.).  Je meent daardoor dat je hem door en door kent. Jij hebt namelijk zijn binnenkant gezien. Je weet dan gewoon: jij MOET hem hebben. Wat een prachtig mens. Jullie hebben zoveel overeenkomsten.

Net als met een lemming die zijn eigen dood tegemoet springt: het is zo bepaald. Niks aan te doen, dit is groter dan jij. Het gaat verder dan iemand gewoon leuk vinden. Jij en ik. NU. Elke vezel in jouw lichaam staat op scherp. Horen, zien, voelen, proeven, ruiken: niks wil je missen. Je overdrijft als een malle. Je denkt dat je zijn aura kan voelen. Hell, het lijkt alsof ie een halo heeft die zelfs Beyonce nog zou doen verbazen.

Niet dat hij ook maar iets doorheeft.

Je wil alles van hem weten. Sherlock Holmes is er niks bij; het kleinste stukje informatie haal jij nog naar boven. Je pijnigt jezelf door uren naar een foto van drie bij drie pixels te staren.

Wat maakt dat nou uit dat ie misschien niet zo heel groot/breed/slim/knap/ambitieus/whatever is. Je wil gewoon bij hem zijn. Naar hem luisteren. Kijken. Je wil zijn kinderen baren. In jouw hoofd spelen hele speelfilms af, sommigen 'white picket fence'-waardig, anderen zouden als 16+ gelabeld worden.

Het maakt allemaal niets uit, want het wordt toch niks. Hij weet niet eens dat je bestaat, of ohja dat weet ie ondertussen wel. Hij weet niet wat ie met je doet, of doet heel goed zijn best te doen alsof. Je bent er weer klaar mee. Jezus, en hoe. Je gedraagt je als een domme tiener. Je bent niet voor rede vatbaar. Zo ken je jezelf niet. Zo wíl je jezelf niet eens kennen. Het moet afgelopen zijn. Hij wil je niet, punt. Hij verdwijnt naar de achtergrond, en je houdt je weer bezig met 'echt belangrijke dingen'.

Tot je hem ineens weer ziet en je bijna flauwvalt bij alleen de gedachte dat hij het is die je tegemoet komt lopen.... Je wil je omkeren en heel hard wegrennen en tegelijkertijd wil je zijn voeten kussen. Eeuwig ben je de gevatheid zelve en nu kan je alleen schaapachtig glimlachen. Als een ander in jouw schoenen stond, zou je haar uitlachen. Belachelijk. Overdreven. Kinderachtig. Get a life. Doe alsjeblieft normaal!

Maar mijn god, dat je hem weer tegenkomt kan toch geen toeval zijn? Heeft ie nou echt niks door? Is ie alleen aardig omdat ie dat gewoon is, of betekende die glimlach meer? Wat mankeert er dan aan mij dat ie geen move maakt? Of is hij misschien net zo speechless als ik? Is dat het juist wat in de weg zit? Zou ie mij ook...? *hoop hoop hoop hoop hoop*.

Heel die onzin begint weer van voor af aan. Bitterzoete zelfkwelling.

Ken je dat?
Ik ook niet.

1 opmerking:

  1. Ik denk dat ik het wel ken. Of tenminste, ik denk het te kennen, alleen is het nooit zo heftig geweest. Denk ik. Nu ik er over nadenk, zal ik het ook wel niet kennen.

    BeantwoordenVerwijderen